Initiatiefnota van het lid Van Veldhoven over energiebesparing in een oogopslagINITIATIEFNOTA concept wijziging tekst Activiteitenbesluitstroomschema voorstellen energiebesparingsnota

Bekendmaking voor Natuur en milieu | Energie in Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geplaatst op Lokaalnieuwsveldhoven.nl op: 21-05-2024

  1. Bekendmakingen veldhoven
  2. Initiatiefnota van het lid Van Veldhoven over energiebesparing in een oogopslagINITIATIEFNOTA concept wijziging tekst Activiteitenbesluitstroomschema voorstellen energiebesparingsnota

Natuur en milieu | Energie Bekendmakingen

Meer info over Bekendmakingen staten generaal

Energiebesparing in één oogopslag! De energietransitie heeft gevolgen voor onze economische concurrentiepositie, nu en in de toekomst. Het verbruik en opraken van fossiele brandstoffen is de oorzaak van onze belangrijkste uitdaging op milieugebied. Premier Mark Rutte beloofde met zijn pamflet «GroenRechts» in energie innovatie te investeren en kerncentrales aan te leggen. Maxime Verhagen zou via Green Deals grote stappen vooruit te zetten, maar wilde af van een apart doel voor energiebesparing. Energiebesparing in Nederland schiet niet op, stelde de Algemene Rekenkamer1Rapport Energiebesparing: ambities en resultaten, Algemene Rekenkamer, 2011.. Geen energietransitie dus, maar een fossiele stilstand. Een andere aanpak is nodig voor energiebesparing! Het tempo van energiebesparing moet nu omhoog, en snel. Daarvoor hoeven we het wiel niet opnieuw uit te vinden. In de Wet milieubeheer en het bijbehorende Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) staat bijvoorbeeld voor middelgrote verbruikers al de verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen die je in 5 jaar kan terugverdienen.2Artikel 2.15, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer luidt: Degene die de inrichting drijft neemt alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of alle energiebesparende maatregelen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%. Uit doorlichtingen van gemeenten blijkt dat veel instellingen en bedrijven mogelijke rendabele besparende maatregelen niet hebben genomen.3De onderzoeken zijn uitgevoerd door omgevingsdiensten en gemeenten, met name de DCMR Milieudienst Rijnmond, de dienst Bouw- en Milieutoezicht Amsterdam en de Omgevingsdienst Zuid-Holland ZuidDe resultaten zijn inzichtelijk via de volgende bronnen: http://www.dcmr.nl/nl/bedrijvenenmilieu/duurzaamondernemen/energiebesparing/_/content/internet/nl/documents/doelgroepen/ondernemer/duurzaamondernemen/Energiebesparing.html (DCMR: dit gaat om projecten bij sectoren onderwijs, supermarkten, zorginstellingen, bouwmarkten, kantoren, koelhuizen)http://www.ozhz.nl/nieuws/0/71/Check-en-advies-energiebesparing-bij-zorginstellingen/(OZHZ: dit gaat om projecten bij zorginstellingen)http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dmb/dmb-digitaal/artikelen-0/artikelen-2012/digitaal-juli-2012/afdekking/ (Amsterdamse projecten bij supermarkten) In veel gevallen heeft het onderwerp een lage prioriteit, en ook is er vaak sprake van een kennisachterstand. De bestaande verplichting uit de wet lijkt dus een papieren verplichting te zijn geworden, die door de algemene strekking moeilijk na te leven en te handhaven valt. Het gaat dan om bedrijven en instellingen met een relatief groot energiegebruik, zoals middelbare scholen, grote zorginstellingen, supermarkten en kantoren. Dit terwijl energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder economisch rendabel zijn. Uit een onderzoek in 20104Energiebesparingspotentieel onder de wet milieubeheer, CE Delft 2010.http://www.ce.nl/publicatie/energiebesparingspotentieel_onder_de_wet_milieubeheer/index.php?go=home.showHome en onderzoeken in het kader van de lokale klimaatagenda5Verkenning mogelijke maatregelen voor Lokale Klimaatagenda, Elzenga, Tichelaar, Menkveld en Lensink (PBL/ECN, 2013) blijkt dat gemiddeld genomen zo’n 20% energiebesparing per bedrijf of instelling gerealiseerd kan worden als ze de mogelijke maatregelen wel nemen. Bij een instelling met € 100.000,– energielasten komt dat neer op € 20.000 besparing per jaar. Omdat het gaat om maatregelen die zich snel terugverdienen, leidt dit netto op middellange termijn juist tot extra kostenbesparingen. Als dit laaghangend fruit beter in beeld gebracht en geplukt kan worden, kan volgens recent onderzoek een zeer forse besparing gerealiseerd worden, van ca. 47 PJ. Dit komt overeen met het energiegebruik van zo’n 500.000 huishoudens of 3 miljoen ton CO2 per jaar. De indiener stelt in deze initiatiefnota een aantal praktische wijzigingen voor om de bestaande bepalingen uit het Activiteitenbesluit6Het Activiteitenbesluit is een Algemene Maatregel van Bestuur die valt onder de wet Milieubeheer. toe te spitsen op een standaardlijst met de belangrijkste kansen voor besparing. Zo weten bedrijven en instellingen snel waar ze aan toe zijn en kan de gemeente of provincie makkelijk handhaven. Doordat die handhaving zich voor deze sectoren dan beperkt tot die erkende standaardlijst krijgt de nu abstract geformuleerde eis voor veel bedrijven een heldere vertaalslag. Daarmee kunnen gemeenten en provincies ook stoppen met veel van de honderden onderzoeken die nu jaarlijks worden opgelegd, wat een forse reductie in de lasten met zich mee zou brengen. De handhaving kan zich voor deze instellingen toespitsen op het controleren of de maatregelen van de lijst feitelijk genomen zijn. Dat voorkomt ook de rechtsongelijkheid die nu kan ontstaan omdat gemeenten verschillend omgaan met de regels. In deze initiatiefnota wordt kort uitgelegd hoe dit systeem zou kunnen werken, en wordt een voorzet gedaan voor de mogelijke uitwerking daarvan via wijzigingen van het Activiteitenbesluit. Dit is vooral bedoeld om de discussie hierover aan te jagen. De concrete uitwerking in beleid vraagt om een actualisatie van de maatregelen in goed overleg met gemeenten, provincies en bedrijven en instellingen die hiermee te maken krijgen. Daarbij kan ook worden gekeken naar flankerend beleid via de mogelijkheden die bijvoorbeeld het nieuwe Energiebesparingsfonds en de gemeentelijke subsidies bieden om een financieel steuntje in de rug te geven, maar dat valt buiten de kaders van deze nota. Wat de indiener betreft kunnen en moeten we kansen op energiebesparing beter benutten. Daarvoor moeten we de bestaande regels kritisch tegen het licht op durven houden. Investeringen om minder fossiele energie te gebruiken die snel een lagere energierekening opleveren zijn voor iedereen de moeite waard. Ze zijn goed voor zowel het klimaat als de economie. Een heldere energiebesparingslijst zodat je weet waar je aan toe bent In een lijst (ministeriele regeling)7Voor een ministeriele regeling is een grondslag in de wet Milieubeheer nodig. Naar verwachting van de indieners kunnen de bestaande artikelen 8.40,8.41 of 8.42 hiervoor dienen. wordt opgesomd welke energiebesparende maatregelen per sector erkend worden en dus normaal gesproken binnen 5 jaar terug te verdienen zijn. Zo weten bedrijven in een oogopslag wat ze kunnen doen om aan de wet te voldoen. Het gaat om maatregelen als een verbeterde afstelling van stookinstallaties, vervanging van verlichting en isolatie van leidingen die doorgaans redelijk gemakkelijk en snel zijn uit te voeren. Welke maatregelen meestal terug te verdienen zijn weten we vaak al zonder onderzoek te hoeven doen per geval. Dat staat namelijk opgesomd in de bestaande databank Energiebesparing en Winst van de overheid8Overheidsorganisaties Rijkswaterstaat en InfoMil beheren deze databank met maatregelen:De Databank Energiebesparing en Winst (Infomil/Rijkswaterstaat).Deze lijst geeft voor een aantal sectoren een overzicht van mogelijke energiebesparende maatregelen. Daarbij wordt beschreven wanneer deze maatregelen toegepast kunnen worden, en wordt een raming opgegeven van de terugverdientijd, zoals die in een typerend geval geldt. Per maatregel is ook aangegeven of deze «altijd toepasbaar» is, of alleen in geval van een natuurlijk vervangingsmoment (renovatie, vernieuwing, verbouw).De Uniforme leidraad Energiebesparing (Infomil/Rijkswaterstaat).Het doel van deze leidraad is een uniforme en effectieve uitvoering van toezicht op energie-efficiëntieverbetering. Deze leidraad geeft een leidraad voor de uitvoering van energiebesparing in het kader van het Activiteitenbesluit. Dit betreft onder andere handvatten waarmee vastgesteld kan worden of een maatregel rendabel is binnen de criteria van dit Besluit.De Handleiding Energiebesparingsonderzoeken (E16) (Infomil/ Rijkswaterstaat).. Deze geeft aan wat mogelijke energiebesparende maatregelen zijn met een indicatie van de terugverdientijd. Het gaat om de middelgrote energiegebruikers in sectoren de autobranche, de detailhandel, de horeca, hotels, houtbewerkende bedrijven, kantoren, metaal bewerkende bedrijven, opslag- en transportbedrijven, scholen, grote sportfaciliteiten, supermarkten, tankstations, zorginstellingen en zwembaden. De maatregelen die zich binnen vijf jaar terugverdienen worden opgenomen in de nieuwe lijst, en regelmatig geactualiseerd door de regering in samenwerking met het EnergieCentrum van MKB Nederland en de VNG. 10 voorbeelden van maatregelen uit de databank Energiebesparing en Winst die binnen 5 jaar terugverdiend kunnen worden 1. Regeling verlichting daglichtafhankelijk 2. Energie-efficiënte TL-verlichting (hoogfrequent) 3. Afdekking van koel- en vriesmeubelen (supermarkten) 4. Monitoring van energiegebruik 5. Isolatie van CV-leidingen en appendages 6. Powermanagement op PC’s 7. Frequentie-geregelde CV-pompen 8. HR (hoog-rendement)-ketel 9. Juiste afstelling automatische schuifdeuren 10. Energiezuinige buitenverlichting Bij het actualiseren kan worden gekeken of het beste per sector of per functie (bijvoorbeeld verlichting, verwarming of koeling) kan worden aangegeven. Hier is aangesloten bij de vormgeving van bestaande databank Energie en Winst. Grote maatregelen mag je op het logische moment nemen Sommige maatregelen zijn meer ingrijpend, en het ligt voor de hand om deze plaats te laten vinden op natuurlijke vervangingsmomenten (renovatie, vernieuwing, nieuwbouw). De lijst geeft daarom aan welke maatregelen «doorgaans snel» inpasbaar zijn. De rest hoeft pas op een natuurlijk vervangingsmoment te worden uitgevoerd. Geen verplicht onderzoek meer betekent lagere lasten voor bedrijven Volgens een onderzoek van CE Delft9http://www.ce.nl/publicatie/energiebesparingsonderzoeken_bij_meldingsplichtige_bedrijven/744 worden er jaarlijks ca. 1.000 energiebesparingsonderzoeken opgelegd. Ervan uitgaande dat zo’n onderzoek gemiddeld € 5.000,– kost, komt dit neer op een jaarlijkse directe kostenpost van zo’n 5 miljoen euro. Daarnaast is er de administratieve lastendruk rondom deze opgelegde onderzoeken. Het overgrote deel van deze onderzoeken zal met dit voorstel komen te vervallen. In tegenstelling tot nu mag de gemeente geen energiebesparingsonderzoek meer opleggen aan bedrijven die vallen onder een van de sectoren uit de energiebesparingslijst, zo lang de daaraan gekoppelde maatregelen getroffen worden. De belangrijkste mogelijke maatregelen voor deze bedrijven zijn immers al opgenomen in de lijst. Als je voldoet aan wat in de lijst staat voor jouw sector, ben je klaar. De handhaving van gemeenten en provincies zal zich grotendeels kunnen toespitsen op een check dat deze maatregelen getroffen zijn, en minder op het opleggen van onderzoeken. Het gaat hierbij onder andere om middelbare scholen, grote zorginstellingen, supermarkten en kantoren. Afwijken van de lijst met een goede reden blijft mogelijk Het is mogelijk dat door specifieke omstandigheden in een bedrijf ook de erkende maatregelen van de lijst daar niet haalbaar zijn. Zo kan gelden dat vanwege de aard van het gebouw waarin een bedrijf gevestigd is, of de specifieke activiteiten die er in worden uitgevoerd, realisatie van een bepaalde maatregel extra kosten met zich meebrengt en dan niet voldoet aan het criterium. Een ander voorbeeld is dat een inrichting gaat verhuizen of een gebouw wordt gesloten, waardoor een maatregel zich niet tijdig terug kan verdienen. Tot slot is het mogelijk dat een inrichting een alternatieve maatregel voorstelt, waarmee ze evenveel of meer energie kunnen besparen. Een instelling hoeft dus niet verplicht te worden om één of meer maatregelen van de lijst te nemen als hij kan onderbouwen dat hij ofwel een alternatieve maatregel neemt die evenveel of meer energie bespaart, of als hij aantoont dat in zijn specifieke situatie geen van de maatregelen op de lijst rendabel kan zijn. Zo wordt de ruimte gegeven om met reden gemotiveerd af te wijken van de erkende maatregelen in de lijst. Daarvoor moet de ondernemer of instelling natuurlijk wel een onderbouwing overleggen over de investeringskosten en te verwachten besparingen aan de gemeente of provincie, bijvoorbeeld met een offerte van een erkende installateur. De gemeente of provincie beoordeelt deze gegevens en kan dan kiezen om af te zien van de verplichting. Een forse stimulans voor leveranciers van energiezuinig technieken. Effectieve uitvoering van de bestaande verplichtingen voor energiebesparing, zal er toe leiden dat er minder wordt uitgegeven aan gebruik van energie, en wordt geïnvesteerd in energiezuinige technieken. Omdat het gaat om een groot besparingspotentieel, gaat het ook om substantiële investeringen. Dit betekent een forse stimulans voor bedrijven in de bouw en de installatiesector. Economisch onderzoek geeft aan dat investeringen in energiebesparing in de gebouwde omgeving veel omzet en duizenden banen kunnen opleveren voor toeleverende sectoren10SEO, in opdracht van het ministerie voor Infrastructuur en Milieu, Bouwen en banen, 2012.. Beslispunten initiatiefnota In deze initiatiefnota worden beslispunten aan de Kamer voorgelegd. De Kamer wordt verzocht in te stemmen met de volgende voorstellen, waarin de regering wordt verzocht om: 1. De maatregelen uit de databank Energiebesparing en winst in goed overleg met provincies, gemeenten en het bedrijfsleven te actualiseren; 2. Een nieuwe ministeriele regeling op basis van de Wet milieubeheer op te stellen, met daarin een standaardlijst van erkende energiebesparende maatregelen per sector, op basis van de geactualiseerde databank Energiebesparing en winst; 3. Het Activiteitenbesluit te wijzigen, zodat handhaving van de verplichting om energie te besparen voor de desbetreffende sectoren toegespitst wordt op de nieuwe standaardlijst en aan de inrichtingen binnen die sectoren die hieraan voldoen, geen onderzoek kan worden opgelegd; 4. Met provincies en gemeenten af te spreken om de handhaving van de Wet milieubeheer toe te spitsen op een check op basis van de standaardlijst, dit te benoemen als basistaak van RUD’s en de circulaire Energie in de milieuvergunning uit 1999 hierop te actualiseren; 5. De mogelijkheden voor flankerend beleid zoals het voorgenomen energiebesparingsfonds waar mogelijk te laten aansluiten op deze energiebesparingsmaatregelen. Financiële consequenties De voorgestelde wijzigingen zullen geen structurele gevolgen hebben voor de financiën van de Rijksoverheid. Provincies (in de vorm van Gedeputeerde Staten) en gemeenten (in de vorm van het College van Burgemeester en Wethouders) zijn het bevoegd gezag ten aanzien van de Wet milieubeheer. Omdat de bestaande handhaving door deze voorstellen juist eenvoudiger wordt, zullen de kosten hiervoor niet stijgen ten aanzien van de bestaande situatie. De verplichting om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar te nemen is reeds in het Activiteitenbesluit verankerd.11Namelijk in artikel 2.15, eerste lid, van het Activiteitenbesluit. Waar deze nog niet wordt nageleefd en het besluit met de wijzigingen beter kan worden gehandhaafd, kan er sprake zijn van extra investeringen voor de bedrijven of organisaties in kwestie. Binnen 5 jaar zullen deze investeringen, gelet op de korte terugverdientijd, een besparing opleveren. Het beter afstemmen van de bestaande mogelijkheden om belastingkorting te verlenen voor investeringen in energiebesparing op deze verplichtingen, kan leiden tot een nog verdere beperking van de terugverdientijd.12Bijvoorbeeld het Energiebesparingsfonds De administratieve lasten voor de bedrijven of organisaties die zich reeds aan de wet houden, nemen af omdat de mogelijkheid om een onderzoek op te leggen vervalt.

Unknown

 Lokaalnieuwsveldhoven.nl Redactie

Lokaalnieuwsveldhoven.nl Redactie

Onze redactie krijgt van de gemeente altijd een overzicht van de laatste bekendmakingen en aanvragen voor vergunningen in Veldhoven. Wij proberen deze altijd z.s.m. op onze site te plaatsen, zodat jij op de hoogte blijft van wat er speelt in jouw omgeving.

Heb je een opmerking over een van de bekendmakingen?

We antwoorden graag op je bericht. Laat het ons weten door contact met ons op te nemen.